TMPGencte downloaden van site
http://www.tmpgenc.net/e_main.html
TMPGenc encodeert videobestanden van het ene formaat naar het andere. Het heeft enorm veel instelmogelijkheden en filters. Dat moet ook wel. Videoformaten zijn enorm divers en complex. Het is dan ook een erg lastig programma om in te stellen. Je krijgt met heel veel technische specificaties te maken. En elke instelling heeft zijn invloed op het eindresultaat. En uiteraard op de verwerkingsduur.
Gelukkig wordt het ons makkelijk gemaakt door de bijgeleverde templates en de wizard. En van die laatste maken we nu gebruik.
-De Wizard
Als de wizard niet automatisch opstart, kies dan in de menubalk voor 'File' en dan voor 'Project Wizard'. Hierin kiezen we voor DVD/PAL. In dit scherm kunnen we ook de bitrate kiezen. Hier laten we dit op de standaardkeuze (CBR 6000) staan. Verderop is dit nog nauwkeuriger in te stellen.
In het volgende scherm selecteren we het bronbestand. Via 'browse' zoeken we het AVI bestand op dat met het videobewerkingsprogramma is aangemaakt. TMPGenc zal dit bestand meteen ook als het bronbestand voor de AUDIO gebruiken. Daarnaast zal TMPGenc detecteren of het een geldig bestand is.
Na op 'Next' te hebben gedrukt komt er een venster waarin diverse zaken zijn te regelen. Onder andere de 'source range' om eventueel een gedeelte van een bestand te selecteren, of om een 'noise reduction' filter toe te passen. Deze is vooral handig als de bron wat minder van kwaliteit is. Bijvoorbeeld een capture van een VHS band. Houd er wel rekening mee dat het encoderen dan veel langer gaat duren.
Het belangrijkste voor ons is nu de knop 'Other settings'. In het scherm dat hierop verschijnt, is de samenstelling van het doelbestand geheel te fijnregelen.
De instellingen die hier staan zijn in principe goed genoeg voor DVD. Echter, we gaan voor de beste kwaliteit. Daarom gaan we eerst nog even in de ‘Video settings’ kijken.
De onderste optie ‘Motion estimate search’ veranderen we in ‘Highest quality’. Hoe hoger de gewenste kwaliteit, hoe langer het encoderen zal duren. De keuze ‘Highest quality’ duurt bijna twee keer zo lang als de standaardinstelling van TMPGenc. Maar het is zeker de moeite waard.
De optie ‘DC component precision’ kan op 10 bits worden gezet. Deze optie is goed voor verbetering van de ‘gradient’. Bijv. een blauwe lucht met sluierwolken zal minder blokvorming te zien geven. Voor VCD is de standaard 8 bits, maar voor S-VCD en DVD mag dit hoger worden gesteld. En ook hier gaan we voor de beste kwaliteit.
Een wel heel belangrijke instelling is de gewenste bitrate. Een heel goed resultaat verkrijgen door een waarde van 7000 of hoger. Maar als er een video met een langere tijdsduur op de DVD moet komen dan is dit niet altijd mogelijk. Immers, hoe hoger de bitrate, hoe groter het bestand. In dit veld moet dus de gewenste (berekende) bitrate ingevuld worden. In het onderdeel 'Bitrate Calculator' wordt daar verder op ingegaan. Misschien handig om op dit moment even een uitstapje naar dat hoofdstuk te maken.
Verder hoeven we ons over de settings niet druk te maken. TMPGenc zal alle waarden correct hebben ingevuld. Wil je meer weten over de instellingen dan is de website van Sipko Nannenberg (http://members.home.nl/s.nannenberg/) enorm informatief.
De volgende stap (Bitrate setting) zal zich aan onze eerdere wensen hebben aangepast en geeft nog wat informatie over de DVD settings en over de geschatte grootte van het te encoderen bestand. Dus wederom op 'next' drukken en we belanden bij de laatste stap.
Hier geven we aan waar het doelbestand moet worden geplaatst. Ook geven we hier meteen aan dat we twee 'elementary streams' (een video stream en een audio stream) willen hebben. Dus we willen meteen een 'de-multiplex' uitvoeren.
Ook kunnen we nog aangeven of we nog een ander bestand willen encoderen of meteen willen starten met de encodering van het huidige bestand.
TMPGenc kan ook uitstekend nog achteraf een mpeg bestand de-multiplexen. Hiervoor sluiten we de wizard af en gaan via het 'File' menu naar de 'MPEG Tools' en kiezen hier het tabblad 'Simple De-multiplex'. In het veld 'Input' zoeken we het te behandelen (mpeg) bestand en indien gewenst passen we de lokatie voor de output bestanden aan. Een klik op 'Run' gaat het bestand splitsen in een video- en een audio stream. Dit gaat behoorlijk snel.
Naast de door TMPGenc gebruikte extenties .m2v en .mp2 zijn ook de extensies .mpv en .mpa of m2a niet ongebruikelijk. Deze bestanden zijn dan weer te gebruiken in DVD-lab.
Absoluut nodig is het gescheiden aanleveren niet. DVD-lab kan ook overweg met een mpeg bestand waarin de audio is opgenomen. DVD-lab zal dan voorstellen het bestand te 'de-multiplexen'. Als je er zeker van bent dat een mpeg bestand voldoet aan de DVD specificaties dan is dat niet nodig. Maar beter is het meteen met gescheiden bestanden te werken. Ook kan DVD-lab overweg met AC3 geluid. AC3 is de standaard voor DVD.
AC3 audio stream
Zoals gezegd levert TMPGenc een audio stream in het mp2 formaat. Op zich is dit geen probleem. DVD-lab kan hiermee werken en een DVD speler zal hier over het algemeen ook geen moeite mee hebben. Toch kan het wel eens verstandig zijn de mp2 te converteren naar AC3. Dit is tenslotte de DVD standaard en bovendien worden de bestanden hierdoor kleiner (met behoud van kwaliteit) en nemen daardoor minder ruimte in beslag. Bij een lange video kan dit soms van belang zijn.
Converteren van mp2 naar AC3 kan onder anderen met het programma BeSweet. Een uitleg hiervoor is te vinden op http://www.dvdrhelp.com.
Ook DVD-lab heeft de mogelijkheid om, via een commandoregel naar een converteer programma zoals BeSweet, de audio naar AC3 om te zetten.
Bitrate calculator
Bij het bepalen van de bitrate dien je uit te gaan van de totale lengte van de video.
Op een DVD past bijna een uur video met een bitrate van 8000. Hieruit kun je afleiden dat 1 1/2 uur video een bitrate van max. circa 6000 moet hebben en 2 uur video ongeveer 4000.
Met een bitrate van 4000 verkrijg je over het algemeen nog een zeer goede kwaliteit. Ga je lager dan wordt dat toch wel zichtbaar. Daarom is het raadzaam om maximaal twee uur video op een DVD te plaatsen. Uiteraard is de uiteindelijke kwaliteit mede afhankelijk van de kwaliteit van je bronbestanden.
Als je HIER klikt, kun je deze bitrate calculator
downloaden (18kb). Met dat gegeven gaan we het AVI bestand encoderen naar mpeg2. Bijvoorbeeld met TMPGenc zoals eerder beschreven.
Hoofdstukken en Menufilm
Vaak gaat de voorkeur uit naar het werken in hoofdstukken. En dus voor elk hoofdstuk een apart AVI-bestand. Hoewel niet nodig voor DVD-lab.
Daar kun je in één groot bestand gemakkelijk de plaats van de verschillende 'chapters' (hoofdstukken) aangeven.
Werken met verschillende AVI-bestanden maakt het geheel wat overzichtelijker en
je werkt met kleinere bestanden. Ook zijn op deze manier makkelijker wijzigingen
aan te brengen als een bepaald gedeelte van de video toch niet helemaal is zoals
je het zou willen hebben.
Geef je er toch de voorkeur aan de video in zijn geheel in DVD-lab te gaan gebruiken dan zijn de diverse hoofdstukken (aparte mpeg bestanden) heel gemakkelijk met TMPGenc samen te voegen.
Kies hiervoor in het File menu voor de MPEG Tools en klik op het tabblad 'Merge & Cut'. Hier voeg je de diverse mpeg bestanden toe. Het is zelfs mogelijk om een selectie van zo'n bestand te gebruiken (via 'Edit' begin en eindpunt bepalen). Na het vaststellen van de nieuwe naam en het opgeven van een lokatie is een klik op 'Run' voldoende. Deze 'Merge' moet uitgevoerd worden voor een eventuele 'de-multiplex'.
De Assets
We hebben nu alle benodigde bestanden (Assets) voor het samenstellen van de DVD klaar staan. De geëncodeerde video en audio bestanden. Een menufilm en/of afbeeldingen die je voor het menu zou willen gebruiken etc. Met andere woorden, voordat we met DVD-lab bezig gaan staan alle 'assets' klaar voor gebruik.
Om het overzichtelijk te houden is het niet onverstandig deze onderdelen in een handige directory structuur te plaatsen. Een hoofddirectory 'project'. Daaronder een directory videos, audio, menus, pictures, en dergelijke.
Schema
Met name bij wat grotere projecten is het verstandig om, alvorens met DVD-lab aan de slag te gaan, te bepalen hoe de uiteindelijke DVD, en dan met name de menustructuur, moet gaan functioneren. Even gauw op een kladje een schema maken volstaat vaak al.